Anton Geesink. De 1,98 m lange en 120 kilo zware Geesink wist in 1961 als eerste niet-Japanner de wereldtitel te behalen in de klasse alle categorieën. In 1965 deed hij dit opnieuw in Rio de Janeiro, dit keer in het zwaargewicht. In 1964 won Anton Geesink ook tijdens de Olympische spelen in Tokio goud in alle categorieën. Judo was toen voor het eerst een Olympische demonstratiesport en tot ontzetting van het thuispubliek versloeg hij in de finale hun favoriet Akio Kaminaga. Geesink heeft een recordaantal van 21 Europese judotitels. Hij werd tevens vier keer verkozen tot Sportman van het jaar. Als eerste Europeaan ontving hij in 1986 de 9e dan graad. In oktober 1997 verkreeg hij de 10e Dan. De Wereldjudobond IJF nam hem in 2004 op in de Hall of Fame.
Willem Ruska. In zijn judo carrière won Ruska twee olympische titels, twee wereldtitels, zeven Europese titels en werd hij vele malen Nederlands kampioen. Zijn uitzonderlijke prestaties bij de Olympische Zomerspelen 1972 in München, waar hij in het zwaargewicht en alle categorieën het goud pakte, hebben hem weinig bekendheid gegeven; ze zijn altijd overschaduwd door de aanslag op de Israëlisch ploeg die enkele dagen daarvoor had plaatsgevonden. De Amsterdammer wordt door velen beschouwd als beste judoka ooit die Nederland kende. In 2001 kreeg hij een herseninfarct dat hem deels lichamelijk gehandicapt maakte en zijn spraakvermogen grotendeels wegnam.
Mark Huizinga. In 2000 won hij de gouden medaille in de gewichtsklasse tot 90kg bij de Olympische Spelen in Sydney. Hij bezit 5e dan Judo. Na een studie bedrijfskundige informatica aan de Hogeschool voor Economische Studies (HES) te Rotterdam werd hij officier bij de Koninklijke Luchtmacht. Hij maakt ook deel uit van de Defensie Topsportselectie. Tijdens de opening van de Olympische Spelen 2004 in Athene droeg Huizinga de Olympische vlag. Verder behaalde hij een bronzen medaille.